Pallas 2 bindt De Schaakmaat 3 aan de zegekarRené Tot ongeveer de 20e zet speelde ik prima, wat resulteerde in winst van een centrumpion, een loperpaar en een (schijnbaar) veiligere koning. Dit leidde blijkbaar tot zelfgenoegzaamheid en onderschatting van de tegenstander, die veel tijd investeerde in het opzetten van een val. Die zag ik niet aankomen, overtuigd dat ik was dat alles zou winnen. Ik viel dan ook bijna van mijn stoel toen mijn tegenstander 20. Pf6 (schaak) speelde, wat mij de keuze liet tussen mat en verlies van een volle toren. De enige waardige beslissing zou zijn om op te geven, zeker omdat het team toch wel zou winnen. Ik besloot echter de rug te rechten en de gifbeker leeg te drinken, ook omdat mijn tegenstander niet veel tijd meer had. Hoewel hij goede zetten bleef doen (waaronder het terugofferen van een kwaliteit), probeerde hij iets teveel op mat te spelen, wat ertoe leidde dat ik mijn koning van h8 door een mijnenveld naar het veilige a6 kon laten wandelen. Hierna werd dameruil afgedwongen door mijn tegenstander. Wit stond nog steeds huizenhoog gewonnen, maar nu kreeg ik een paar gevaarlijk oprukkende pionnen. Met de complicaties die dit opleverde kon wit in tijdnood niet overweg, zodat ik uiteindelijk zijn toren kon winnen voor één van mijn vrijpionnen en met de ander kon gaan promoveren. Een nauwelijks verdiende overwinning, maar die tellen ook! Robbert Met wit wist ik niet echt de juise zetten te vinden in het Hollands. Er werden naar mijn smaak wat te veel stukken geruild en mijn isolani begon wat zwak te worden. Dus zoals me wel vaker overkomt moest ik het hebben van het zoeken naar kansen in een mindere stelling. Gelukkig was zwart taktisch niet zo scherp en kreeg ik een kleine kwaliteit cadeau met een combinatie die in de analyse niet helemaal bleek te sluiten. Vlak daarna volgde nog een kindertruukje (paardvorkje). Mijn tegenstander gaf sneller op dan René. ☺ Radboud Ik speelde met zwart weer eens een keer het Wolga-gambiet. Na een zet of 12 speelde mijn tegenstander een interessant idee om zijn paard naar c4 te spelen. Hij vergat alleen mijn paarden van e5 af te houden waardoor ik het paard op c4 kon afruilen, zelf een pion op c4 kreeg en een paard op d3. Dat paard controleerde de hele stelling en nadat ik met een tweede pionoffer de stelling openbrak ging het hard. Hij maakte het me wel gemakkelijk door een stuk te geven, maar ook als hij dat niet had gedaan zou ik een winnend eindspel overhouden. Chris Mijn tegenstander leek de gesloten Siciliaan niet te kennen, gebruikte heel veel tijd. Dat hielp niet veel, hij deed een paar positioneel zwakke zetten waarna zwart snel werd opgerold. Erik Met zwart kreeg ik het London Systeem tegen (d4 Pf3 Lf4). Door een onnauwkeurige zet (ik speelde Ph5 nadat hij h3 had gespeeld, dat had ik beter een zet eerder kunnen doen) kwam ik wat in de verdrukking door zijn pionnenoverwicht in het centrum. Ik probeerde onder de druk uit te komen door wat tactische grapjes in de stelling te gooien. Mijn tegenstander liet zich echter niet verrassen en ik hield een zwakke pion op c6 over die dreigde te vallen. Na dameruil gebeurde dat inderdaad ook, maar gelukkig had ik nog een grapje op de onderste rij over waardoor ik het materiële evenwicht kon herstellen. Ik dacht zelf iets beter te staan met mijn vrije b-pion. Na de tussenstand gecheckt te hebben bleken we genoeg te hebben aan remise. Ik bood dus tactisch remise aan. Mijn tegenstander wist waarschijnlijk niet dat de stand al 3-1 was en accepteerde het aanbod. 3½-1½! Maarten In een Klassiek damepionspel moest er in het middenspel een pion geruild worden. Over terugslaan met de pion was ik niet tevreden vanwege de structuur. Dus koos ik voor slaan met het paard. Weliswaar dreigde er dan een vork, maar dat kon ik weerleggen met een koningsaanval. Echter na uitvoeren van de zet bleek dat dat onzin was wegens dameaanval. Dus paardverlies en mezelf naar verlies geredeneerd. Eric Een afruilfransoos leidde na dameruil en verdere stukkenruil tot een eindpel met voor beide partijen een toren en vijf pionnen, met voorts voor wit een zwartveldige loper en voor zwart een potig paard dat alle velden kon bestrijken, dit tot tegenzin van mijn montere bordgenoot die bij zijn doordachte remiseaanbod op zet 27 al had zien aankomen dat de zwarte rossinant de witte raadsheer de baas zou zijn. Willem In een Spaanse partij speelde mijn tegenstander op de derde zet d7-d6. Na d2-d4 volgde ruil op d4. Na een paar rustige ontwikkelingszetten rocheerde ik lang. Zwart deed dat ook maar had overzien dat de witte Dame nog steeds op d4 stond en kon slaan op a7. Dat gebeurde dan ook en zwart was gedwongen b7-b6 te spelen. Ik kreeg nu de kans de druk op de zwarte stelling op te voeren (vooral veld c6). Met mijn paardenpaar kon ik de zwakte op c6 gebruiken om nog een pion (op c7) te veroveren. Na dameruil probeerde zwart het nog even. Hij verloor ook nog de kwaliteit en legde zijn koning om.
|