HOME aamenu ☰ MENU
Deventer,  20-09-25  auteur: Matthijs Rademaker

KNSB: Pallas 1, een pizza met amandelgeur?

De voortekenen leken zo goed. Een thuiswedstrijd, een ratingvoordeel. Niet minder dan vijf spelers van Pallas hadden zich voor de start van het nieuwe seizoen de vingers losgespeeld bij het Open Schaakkampioenschap Arnhem, niet onverdienstelijk bovendien.

De laatste ontmoeting met onze sympathieke tegenstanders uit Hardenberg, in mei 2024, was in een overwinning geëindigd. Het weer was goed.

Achteraf, ja, achteraf bedenk je dat het team juist dan, juist nu op scherp had moeten worden gezet. Een bosloop om 8 uur ‘s ochtends, een alcoholverbod, een donderspeech. Niets van dit alles en Matthijs, als altijd te bescheiden en debuterend als teamleider, trekt het zich aan. Hij heeft maatregelen in petto, en niet alleen preventieve: in de Grote Overstraat, niet ver van stamrestaurant Ciao is een vrachtwagen vol cyaankali gesignaleerd.

De coach die de nederlaag van zijn team noodzakelijk noemt moet nog geboren worden, maar toch: dit 3,5-4,5 verlies was onnodig. Daarmee zij niet gezegd dat Hardenberg de overwinning niet toekwam. Ze grepen hun kansen en onze sportieve felicitaties gaan naar het Vechtdal. Maar: ruk.

De partijen. Radboud rookte, met zwart spelend aan bord vijf, al na 16 zetten en tegen drieën de vredespijp met Caroline Slingerland, een voormalig 2100 speelster en dus niet voor de poes. Radboud had Max, onze chef remises, geconsulteerd en die vond het, de andere borden overziend, helemaal oké. De stelling zat vol onderhuidse spanning; Caroline noch Radboud hadden, verstandig genoeg waarschijnlijk, zin om de lont in het kruitvat te steken: wie een kuil graaft voor een ander…

Nog geen twintig minuten later zette René Pallas aan de leiding. Onze oosterbuur Ludger Höllmann, die met zijn strijdmakker Holger Lehmann een half uur te laat arriveerde, heeft net anderhalf uur zitten schaken. René vindt het vast goed als ik zijn punt voor een niet onbelangrijk deel toeschrijf aan de als altijd minutieuze voorbereiding van Eric, die ons de weg wijst in het openingsrepertoire van de concurrentie. René had zich Eric’s data ter harte genomen en alle 21 zetten, die de partij duurde, op vrijdagavond op het bord gehad. Met zwart offerde hij een pion voor een voorsprong in ontwikkeling en uitstekend stukkenspel tegen de zwakke witte velden aan de witte koningsvleugel, waar Holger zijn loper g2 geruild tegen paard c6 node miste. Mat was onontkoombaar en mijn hoed gaat af voor René.

Schaken is een duursport en na deze vroege voorsprong bleef het anderhalf uur stil op het scorebord. Toen moest onze rising star Ferry de strijd staken tegen de sterke Richard Hendriks. Ferry bleek bereid om aan bord zes met wit in te vallen voor Pim en maakte zijn debuut voor Pallas 1. Dat deed hij goed: met wit zette hij de partij degelijk op, nog degelijker zelfs dan hij zelf in de gaten had, want met een kleine combinatie, een schijnoffer van zijn paard, had Ferry de belangrijke centrumpion op d4, die hij dreigde te verliezen, terug kunnen slaan, met een gelijke stelling tot gevolg. Dat was echter niet heel makkelijk te zien (uw verslaggever heeft het ook maar van Dr. Engine) en nu Ferry dit naliet stond hij niet alleen pion d4 (!), maar ook een stelling achter. Ferry bood nog lang en dapper weerstand en liet zwart werken voor zijn punt, maar anders dan Obelix is hij niet in de toverdrank gevallen en bovendien maakte Richard geen fouten.

Ook Max’ ster is rijzende en aan bord één nam hij het met zwart op tegen Holger Lehmann. Doelbewust hief Max de symmetrie op, stootte met e6-e5 op in het centrum, een isolani op d5 aanvaardend voor, zoals het hoort, lekker stukkenspel “eromheen”. Een ingewikkelde pot, waarin het evenwicht nooit echt verstoord raakte, maar waarin voortdurend lastige keuzes aan de orde waren. Na 37 zetten, inmiddels in een eindspel van T+L (Max) tegen T+P, miste onze man een sterke paardzet van de Duitser, die dit echter van een remiseaanbod vergezeld deed gaan. Max pleegde razendsnel overleg met zichzelf en het teambelang verhield zich nog steeds goed tot het aannemen van de uitgestoken hand. Max beste optie was opeens om te vluchten in een toreneindspel met twee tegen drie pionnen op de koningsvleugel, maar met een actieve zwarte toren op de 2e rij. Niet te winnen, niet te verliezen, zei ook de engine.

Aldus was het 2-2 geworden, toen de strijd een wending nam. Aan bord vier speelde Jim met wit tegen Jan van der Veen, niet te verwarren met de beroemde presentator van romantische radiopoëzie in het programma Candlelight in de jaren zeventig. Jim speelde een prima pot, had steeds een klein, maar voelbaar voordeeltje en koos voor een eindspel van torens met ongelijke lopers, waarin wit volgens de groepjesregel van Euwe wat beter stond. Minstens zo belangrijk was dat Jim ruim een half uur voor stond op de klok, omdat Jan al zijn tijd minus één minuut had besteed om weerstand te bieden tegen de witte druk. Hoe vaak wel niet heeft Jim in dit soort situaties het punt naar zich toegetrokken? Niet vandaag, met nog een paar zetten te gaan voor de tijdcontrole liet Jim in broad daylight en in een vlaag van verstandsverbijstering een aftrekschaak toe, waarmee hij in één klap een kwaliteit verloor en de kaarsjes kon uitblazen. Shit happens… om kwart voor vijf stonden we 2-3 achter.

Onze chef remises zag het onheil naderen en verzocht Matthijs om tegen Leo Klapwijk als het even kon voor de winst te gaan. Aan het laatste bord had onze man met wit over de zwarte velden een voordeeltje uit de opening gehaald, ook al omdat hij de enige open (a-)lijn in handen had. Matthijs verzuimde met het principiële Da1-a7 op avontuur te gaan en verspeelde kostbare tijd om eerst met zijn toren binnen te vallen. Dat lukte, maar ondertussen had zwart zich in het centrum bevrijd met c6-c5 en e6-e5, waarmee de strijd een ander karakter kreeg. In de volgende verwikkelingen zette Matthijs tot drie keer toe een valletje uit, helaas echter ook voor zichzelf, waardoor wit een pion achter kwam. Na afloop liet Jim zien hoe Matthijs toch nog een gevaarlijke aanval had kunnen opzetten. Hij koos echter voor het verkeerde plan, de dames werden geruild, waarna nog een paar goede zetten gevonden moesten worden om de schade binnen de remise-perken te houden. Dat lukte en na ruim 50 zetten werden de zetten herhaald.

Held van de dag: Bas!! Debuterend als basisspeler, maar zowel intern als extern, denk aan Pallas’ verdienstelijke bekercampagnes van de laatste jaren, heeft hij al vaak genoeg bewezen een potje te kunnen schaken en voor niemand bang te zijn. Met zwart won hij aan bord zeven een lange partij van Feline Waardenburg. De opening verliep rustig, waarbij Bas druk gaf op beide vleugels, terwijl ondertussen een interessante strijd werd gevoerd om de beheersing van de c-lijn. Feline leek iets teveel onder de indruk (maar hiervoor natuurlijk alle begrip) en gaf waarschijnlijk onnodig haar a-pion. Dat moet je tegen Bas niet doen. Cool & in control, de wetenschapper in spé die hij is, gaat hij op dit voordeeltje zitten en langzaam werd Feline over de afgrond geduwd. Bas zette met dame en paard een mataanval tegen de witte koning op en de restanten hiervan zijn te zien in de slotstelling, die even geestig als macaber is en die na 61 zetten op het bord kwam: 3,5-3,5.

De verrichtingen van Bas en Matthijs aan de laatste tafel speelden zich echter af in de donkere slagschaduw van de doodsstrijd die Morris al een paar uur aan bord twee voerde. Vlak na de opening bereikte hij met wit tegen Johan Offringa een goede stelling. Na a2-a4-a5 speelde Morris een mooie rooklift Ta1-a4, met de bedoeling om deze via h4 in de strijd te mengen tegen niemand minder dan de zwarte koning. Terwijl alle paarden inmiddels de benen hadden genomen, vergaloppeerde Morris zich echter. Hij liet Ta4-h4 namelijk voorafgaan door het verleidelijke offer L:h7+. Een koningsaanval die moeilijk was te overzien en volgens Dr. Engine nog steeds genoeg voor een gelijke stelling, ware het niet dat - wie kent hem niet - Morris offer één liet volgen door offer twee, door zijn andere loper op f6 en prise te zetten. De venijnige tegenstoot Te8-e4 was echter niet zo moeilijk te zien en Johan trok hiermee de angel effectief uit de witte aanval, en beloonde zich met een eindspel met een vol stuk vóór. Morris speelde voor wat hij waard is, en dat is veel, want zwart moest nog hard werken voordat hij tenslotte om vijf voor zes het punt en de matchpunten voor Hardenberg kon laten bijschrijven bij wedstrijdleider Eric.

Een compleet team droop af naar Ciao. De huisgemaakte limoncello is daar heerlijk, de sfeer was goed en de generatiekloven, die ons team rijk is, werden overbrugd. Op naar de volgende wedstrijd, uit tegen Almere op Dierendag. We nemen onze paarden mee.