HOME aamenu ☰ MENU
Deventer,  10-05-25  auteur: Matthijs Rademaker

KNSB: De zon scheen

Het was geen schaakweer zaterdag. ’t Schalmterras zat vol en pas kort voor enen maakten de eerste schakers aarzelend aanstalten om naar binnen te gaan. Pallas en Almere stonden voor de opgave om het degradatiespook definitief de gordijnen in te jagen: niks meer te winnen, hooguit iets te verliezen en waarschijnlijk zelfs dat niet, hoe leuk is dat.

Vijftienhonderd kilometer zuidelijker sloeg Maarten, op bezoek bij zijn muzikale dochter, bij een strakblauwe lucht en 27°C in de schaduw het beginakkoord aan op zijn guitarra: vamos a la playa (oh-ohohoho)… Goed bekeken!

Leuk hoor, Spanje, maar Almere is één van mijn favoriete plaatsen. Een buitenwijk van Amsterdam natuurlijk, maar als ex-inwoner van Slotervaart en Osdorp heb ik daar geen bezwaar tegen.
Ze hebben er een Muziek-, Literatuur- én een Filmwijk (wow!), de Oostvaardersplassen in de buurt en een schaakclub met louter sympathieke mensen. Daar wil je wezen, ware het niet dat er bij de boodschappenwinkel geen Kowet-bier in de schappen ligt. Deventer boppe.

Voor de negende en laatste keer dit seizoen had wedstrijdleider Eric, in zijn hoedanigheid als clubdocumentalist en -statisticus, ons vergast op nuttige informatie over de tegenstanders. Veel dank, Eric! Gewapend met hun wapenfeiten wisten wij deze slotronde – ik verklap het maar meteen – in rust en regelmaat naar onze hand te zetten: 6-2, vier winstpartijen bij vier remises.
Daarmee zijn we met acht van de maximaal achttien te verdienen punten op plek zes geëindigd, veilig genoeg en als kampioen van het rechterrijtje. Aldus hielden we onze gasten onder ons, die zich met de eerlijk verdiende halfjes niettemin verzekerden van klassebehoud.

Al te woordspelig moet ‘t niet worden, maar ik wil niet voorbijgaan aan het kampioenschap van En Passant, dat op deze zaterdag in een thriller de directe concurrent Paul Keres 3 met 4-4 in een rechtstreeks duel één wedstrijdpunt onder zich hield! Zeer knap gedaan en onze felicitaties gaan uit naar jullie.

De grootste overwinning in de poule kwam vreemd genoeg op naam van hekkensluiter Oud Zuylen met maar liefst 7-1 tegen… Pallas! Zo’n offday moet ons dus niet meer overkomen en ik waarschuw ons SOS- team voor de laatste maal.

De partijen. Onze tweeduizenders gingen, noblesse oblige, vooraan in de strijd.

Jim mocht aantreden tegen Akshaj Katpatal, een frêle verschijning, geboren in 2012. David tegen Goliath, Klein Duimpje en de Reus, Go Ahead tegen PSV… toch het lijkt me niet terecht dat onze sympathie altijd bij de underdog ligt. Jim, onze eigen GVR, is immers voor geen kleintje vervaard en dat bleek eens te meer in deze partij. Opmerkelijk was wel dat Jim, een goede rekenaar toch, er op zet 19 achter kwam dat hij op dat moment al vijftien zetten met een boer minder speelde, waarvoor hoegenaamd geen compensatie. Dat laatste betwistte Jim overigens achteraf, toen hij René er hardnekkig, maar vergeefs van trachtte te overtuigen dat hij heel goed had gestaan. Remise was het geworden, waarna de leergierige Akshaj de keu ter hand nam en een paar van de onzen uitdaagde om de hoeken van het groene laken te verkennen.

Onbewust een pion achter staan, dat zou Max nooit overkomen. Mijn resultaten tegen deze kanjer zijn niet van dien aard dat ik hem “houtjesteller” zou durven noemen, hetgeen ik laatst Morris, niet zonder een zeker dedain, hoorde doen. Met verschuldigde eerbied doop ik hem daarom tot “Pallas’ eigen boswachter” – met een gezond materialisme is volgens mij niks mis. Dat bleek eens te meer in zijn partij tegen Ahnaf Uddin, die ik nu drie keer heb nagespeeld. De concepties, die ontstaan onder Max’ schedeldak gaan mij uiteraard geheel boven de pet, maar zo ook boven die van Ahnaf, toch gezegend met 2110 ratingpunten. Max liet, met zwart spelend, zijn pionnen ter koningszijde opstomen tot h5-g4-f5 om daar vervolgens kort achter te rokeren, zijn monarch een verrassende beschutting biedend, maar bovendien een uitzicht als van een paus op het St. Pietersplein.

Ahnaf deed een breekpoging met c3-c4, maar Max had goed gezien dat deze alleen maar zwak werd. Wit wikkelde in arren moede af naar een eindspel met ongelijke lopers. Dit kostte echter zoveel tijd dat de zwarte koning midden op het bord de strijd kon beslissen. Daarmee werd Max topscorer met een fraaie 6 uit 9. Die pet past ons niet allemaal en; op het gevaar af ’s mans bescheidenheid een knauw te geven, zeg ik: chapeau!

Kort hiervoor, nog vóór de klok vier uur , hadden Morris en René hun potje naar zich toe getrokken en dat ging van dik hout zaagt met planken. In variant die Morris beter kent dan zijn eigen broekzak, sloeg hij quasi-achteloos 8. L:f7+, een zet waarvoor je met liefde je contributie betaalt. In de verwikkelingen die nu ontstonden, had zwart zich kunnen redden en zelfs iets meer dan dat, maar dan moest hij – onder druk - heel veel goede zetten vinden en dat was Duncan Klaren vandaag niet gegeven. Met zijn koning in ’t midden die een paar zwakke witte velden voor zich weet, greep hij op de zestiende zet mis en nog eens drie zetten laten stond Morris een vol stuk voor in een eindspel. Duncan wilde misschien ook zijn contributie eruit halen en zette moedig de ongelijke strijd nog even voort.

René, eveneens met de witten spelend, begaf zich ook al op bekend terrein. In de interne competitie had hij enkele weken geleden korte metten gemaakt met de openingsopzet van één onzer, wiens naam ik met de mantel der schaamte bedek. Richard van ’t Schip koos een andere afslag, die hem echter in nog gevaarlijker wateren deed belanden. René, in dagelijks contact met viervoeter Billy, een reu in de kracht van zijn leven, speelt -, zo hondje, zo baas -, echter zeer scherp en alert en met enkele raken klappen creëerde hij (René) een paardepenning op c6 én een dreigend mat op g7. Dat bleek teveel van het goede en na het elegante 24. Lb2-f6 besloot Richard de zeilen te strijken.

Aan bord drie maakte Wouter in blakende vorm wederom zijn opwachting. Een kwartiertje voor vier kwamen hij en zijn tegenstander Pim Groot remise overeen. Met zwart had Wouter de manoeuvre Dd8-a5-h5:d1 gespeeld, terwijl de witte pionnen ruimte pakten in en om het centrum. Wit bracht zijn dame-loper buiten de keten met f4-Le5-d4 en drukte met Pa4 en Lg2 wat tegen de zwarte damevleugel. Niks om wakker van te liggen kennelijk en volgens Wouter was het een correcte partij geweest.

Ook bij Radboud werd het remise, geen slecht resultaat tegen 150 ratingpunten meer. In de slotstelling had hij naar eigen zeggen een licht plusje. Het verenigingsbelang riep echter, het halfje behoedde ons voor degradatie en ook de zon bleef maar schijnen. Het leek me een lastige laveerpartij en dagen later meldde Radboud met enige spijt, dat hij echt beter had gestaan, als hij de dames maar niet geruild had. Snedig had zijn partner Claudi, met wie Radboud de partij kennelijk had geëvalueerd, “Nooit dames ruilen!” opgemerkt en – al kennen we háár rating niet – daar heeft ze natuurlijk groot gelijk in. Volgens Radboud heeft ze er echter geen verstand van. Ik wil natuurlijk niet stoken in een goed huwelijk en stipuleer dus alleen, dat men ook het gevoel moet laten spreken - en dat intuïtie een vrouwelijk woord is.

Bleven, nog voor de tijdcontrole, over Matthijs en Pim aan de laagste en laatste borden. Pim zijn partij tegen Caspar Kruijf was langzaam op gang gekomen en beide combattanten hadden hun tijd gebruikt. Pim zag af van de rokade, offerde zijn h-pion en verdubbelde daarna zijn torens met de manoeuvre Td1-d3-h3. Dit verhoogde de druk op de zwarte stelling en Caspar verzonk in nog meer gepeins. En un momento dado klonk een geweldige klap op de klok en in mijn rechterooghoek zag ik dat zwart nog 31 seconden over had (dat was er dus precies één geweest!). Door de heftige tijdnood van vooral zijn tegenstander liet Pim zich niet van de wijs brengen en hoewel zwart nog knap weerstand bood, wist onze man met Th8 de dame te winnen, waarna zwart opgaf.

Nu genoten al mijn teamgenoten van de zon. Omdat Max vindt dat ik sneller moet spelen had ik de tijdcontrole vrij netjes gehaald, al had ik op de klok een half uur achter gestaan. Martin Heijlman kreeg het loperpaar en ik liet me wat onnodig wegdrukken. De man uit Almere ging voor de winst en die zat er ook in, maar nadat ik actief ging doen (zo makkelijk is het) wikkelde hij foutief af naar een lopereindspel met gelijke kleuren, dat ik kon houden. Toen ook de lopers van het bord verdwenen, ontstond een potremisestelling, die we beiden – als was het raketgeleerdheid – aan een intensieve studie onderwierpen.

Niet ten onrechte liet René me laatst fijntjes (en Jim iets minder fijntjes) weten dat ik de vorige ronde een half punt vergooide in het pionneneindspel, vandaar dat ik nu rekende als een computercentrum, waarvoor ik met 0,50000 punt beloond werd.

Ondertussen had onze onvolprezen teamleider Morris (dank voor jouw inspanningen dit seizoen!), hongerig & zorgzaam als altijd, een grote berg Chinees eten gehaald, dat we dankzij Gerts gastvrijheid in de Schalm mochten oppeuzelen. Het bleef niet lang onrustig in de stad – en het was te laat om nog naar het strand te gaan.