KNSB: Pallas 1, Sweet seventeenTeamleider Morris had een overwinning begroot, dat we “een punt verloren” kan echter nauwelijks beweerd worden. In de zes partijen waarin de koning werd omgelegd, geschiedde dat in overeenstemming met het partijverloop; in de twee remisepartijen miste Maarten een uitgelezen kans op een vol punt, maar MAX sleepte z'n halfje voor de poorten van de hel weg. Lees verder onder de foto. Voor Meike Na een kleine twee uur spelen zat Radboud buiten in een stralend zonnetje zijn zonden te overdenken: met wit werd hij na een zet of vijftien tot opgeven gedwongen. In een naar ik vermoed theoretisch bekende variant, zag Radboud zich op de negende zet voor de keuze gesteld om óf veld f2 óf veld b2 te verdedigen. Hij koos voor het eerste, Db6:b2 toelatend, met het verlies van Ta1 met schaak tot gevolg. Tot overmaat van ramp was Radboud in het bezit van een blote koning, die zich niet kon weren in een spervuur van dame, loper h6 een toren op b8. Doodzonde, omdat met een cool & collected 9. 0-0-0 wit een aanzienlijk voordeel had bereikt. De zwarte paardvork op Pg4:f2 (tegen Td1 en Th1) had Radboud zich kunnen laten welgevallen, met Pc3-d5 had hij dan een beslissende aanval over de zwarte velden kunnen inluiden. Jammer! Om 15:20 uur trok Morris met wit aan bord 4 de stand alweer gelijk. Heel knap, omdat onze oppergod geblesseerd aan de start verscheen. Thuis op de bank had Morris ruzie gemaakt met een mok hete oploskoffie en zoals dat gaat, de oploskoffie won. Een nare brandwond aan zijn pols was het gevolg. De AVG verbiedt mij hier nader in te gaan op de (brandende) vraag of het hier om Morris’ linker- of rechterpoot ging en - belangrijker - met welke hand hij zijn meesterzetten pleegt uit te voeren. Hoe dat ook zij, in het schaakspel gaat 't gelukkig om hands ánd brains en die laatsten deden hun genadeloze werk. Morris’ opponent zag zich al vrij vroeg gedwongen tot een afwikkeling naar een eindspel waarin Morris drie lichte stukken liet werken tegen een toren en loper aan zwarte kant. Belangrijk was dat wit - bij twee kort gerokeerde koningen - beschikte over een al tot de vijfde rij opgerukte meerderheid op de damevleugel en dat de zwarte stukken passief stonden. Het pleit was spoedig beslecht. Om vijf over vier gaf mijn tegenstander er de brui aan. Ik had wit aan het laatste bord en in mijn favoriete opening ging het niet helemaal zoals ik ‘t graag zie. Misschien liet ik mijn vriend Gary wat al te snel opmarcheren, zwart reageerde in het centrum en op zet 10 verloor ik zomaar een volle pion op d4. Die hou ik liever. Onkundig van het feit dat Dr. Engine mijn zetten met een zekere mildheid beoordeelde, besloot ik lang te rokeren en “naar voren” te blijven spelen, op weg naar de dood of de gladiolen. Zwart offerde een stuk (Gary mocht Pf6 slaan) en luidde met de manoeuvre Db4-a4:a2 een mataanval tegen mijn koning in. Dat pakte verkeerd uit voor de sympathieke Zwollenaar; er hingen wederzijds wat stukken, maar na enig rekenwerk kon ik Radboud melden dat ik het ergste gehad dacht te hebben. Dr. Engine vertaalt dat in +9 voor Matthijs. Dan zit ik nog totaal te shaken, maar een punt is een punt, dat ik opdraag aan.... Meike Renders! Meike is de prachtige dochter van onze kopman van de dag, René, die me opgetogen vertelde dat zij vandaag 17 jaar is geworden. Sweet seventeen, van harte!!! Geen ideale schaakdag voor René wellicht. Misschien vlogen er slingers & ballonnen door zijn hoofd toen hij het met zwart moest opnemen tegen Boris de Jonge. Deze Boris deed louter logische, rustige, gezonde zetten – waarvoor René naar eigen zeggen te weinig respect toonde. Op zet 16 besloot hij tot een onbesuisde uitval Pf6-g4, waarop wit met een krachtig Pd4-f5 reageerde. Wit kreeg met Lb2 en Pe4 een sterke aanval over de zwarte velden in handen en wikkelde heel degelijk af naar een stelling met niet alleen één en later nóg een pluspion, maar waarin bovendien de resterende zwarte stukken hopeloos klem zaten op de damevleugel. In een ultieme poging om zich hieruit te rekenen, overkwam René een “Matthijs-moment”: ontwakend uit een geconcentreerde calculatie zag hij nog 2 seconden op de klok en ramde er in vliegende vaart een zet uit: 31 seconden over. Meestal zijn dat niet de beste zetten, maar het was toch al foute boel, jammer! Pim boekte met zwart aan bord 7 een fraaie overwinning. Als snel gaf zwart grote druk tegen pion e4 van het brede witte centrum. Op zet 10 won hij plots met zijn paard een pion op d4 (een spiegelbeeld van mijn potje een bord verderop), dat wit niet kon pakken met zijn dame, daar deze anders met Lb4-c5 ingesloten zou worden. Fraai! Grappig was dat dit motief een zet of vijf op het bord bleef staan. Beide spelers besloten op de elfde zet tot de lange rokade; toen Pim de f-lijn kon veroveren en zijn superpaard op f3 plantte, kon het punt hem niet meer ontgaan. Daarmee zaten er drie punten in de pocket. Toen gebeurde er bij MAX op bord 2 iets bijzonders. Hij had de hele partij slecht gestaan en het was nog steeds een moeilijke stelling voor onze man in vorm. Belangrijk was echter dat zijn tegenstander nog maar 45 seconden over had en er moest nog een aantal lastige beslissingen genomen worden. MAX’ tegenstander besloot slim om even wat zetten te herhalen en wat tijd te winnen. Minder slim was het om dat twee keer te doen, zodat MAX – de geharde wedstrijdschaker die hij is – remise kon claimen wegens drie keer dezelfde stelling. De Zwollenaar wilde dit echter niet geloven, zodat wedstrijdleider Eric aan de slag moest. In aanwezigheid van de teamleider van ZSG werd MAX’ claim bevestigd (de hele partij werd nagespeeld) en nog heerste ongeloof aan de andere kant van het bord. De beste man had dit seizoen alleen nog maar remises gespeeld en wilde nu echt eens winnen... Eric, als altijd onverstoorbaar – en zeker onkreukbaar – speelde de partij nog eens voor en ook MAX’ opponent kwam nu tot de conclusie dat twee keer herhalen, drie keer een gelijke stelling oplevert. MAX blij, wij ook – een half punt is een half punt tenslotte. Maarten en Jim waren toen nog druk bezig en vochten op dat moment beiden voor remise. Dat leek echter geen onmogelijkheid en bij succes zouden er twee halfjes en twee wedstrijdpunten bijgeschreven kunnen worden. Eerst Maarten. Op bord 5 kwam hij met zwart tegen een Jobava te spelen. Mijn indruk was dat de Zwollenaar na een zet of vijftien iets van niets probeerde te maken en dat ging bijna fout. Maarten speelde f7-f6 en e6-e5 in combinatie met zijn witveldige loper en kwam wel lekker te staan. Plots ging wit een loper op d6 verdedigen met Pe4 en toen had zwart kunnen profiteren en groot materiaal kunnen winnen. Op zet 22 verrekende Maarten zich echter en hij kwam terecht in een eindspel met weliswaar een loper meer, maar tegen eerst twee en later drie pionnen, waar Maarten het moest doen met een randpion van de verkeerde kleur. Met zeer nauwkeurig spel wist hij het op een studie-achtige manier remise te houden: hij gaf z'n laatste boer en de zwarte koning klemde met de oppositie zijn witte collega tegen de rand en ondanks een witte a-, c-, f- én h-pion was het remise. Zeer goed geschaakt!! Jim zat aan bord 3 te zwoegen. Hij stond al de hele partij een pion achter met pionnenketens op beide vleugels en moest hard werken. Dat is voor Jim normaal geen probleem, maar misschien speelden de naweeën van een drie-weken-griep hem parten. Van excuses willen hij en wij echter niet weten, oprechte complimenten aan zijn tegenstander die Jim uiteindelijk tot de capitulatie dwong. Dat het moeilijk was bleek in de analyse, toen Jim, Morris en MAX nog zeker een uur alle varianten in dit eindspel methodisch uitplozen om te onderzoeken of Jim toch niet ergens de remise had gemist. Uitkomst: nog onduidelijk. Duidelijk: ook hier een leerzaam eindspel! Voer voor een demonstratie op de club, samen met het eindspel van Maarten misschien? 4-4 dus en deze uitslag werd weggegeten en -gespoeld bij Ciao, het onvolprezen Italiaanse restaurant in de binnenstad. Met vaste tred was Radboud, zoals een goed voorzitter betaamt, ons vooruitgelopen en het scheelde weinig of hij had ons op een peptalk verblijd. Jammer! Bij Ciao kennen ze ons inmiddels en er werden maar liefst vijf pizza's Siciliana besteld. Uiteraard bleek dit aanleiding voor een geanimeerde dialoog tussen één onzer en het bedienend personeel, waarin geconcludeerd werd dat de overeenkomst tussen een pizza Siciliana en de Siciliaanse opening is dat ze allebei scherp zijn. MAX toonde zich een man van zijn generatie en met een goed oog op de ontstane verwarring bij de charmante serveerster in kwestie, fluisterde hij de boosdoener in dat deze vergelijking misschien niet als toppunt van woke kon worden opgevat. Volgende wedstrijd: Amersfoort uit. Keistad, here we come!
|