HOME aamenu ☰ MENU
Wijchen,  31-01-25  auteur: René Renders

SOS: Pallas 1 ontwaakt !

En hoe ! De eerste overwinning van het seizoen werd meteen een monsterscore; met 0-8 vertrekken uit Wijchen geeft een lekker gevoel voor het weekend.

De eerste vijf wedstrijden hadden slechts nederlagen opgeleverd, waarbij wel gezegd moet worden dat dit allemaal wedstrijden tegen sterkere, of veel sterkere teams waren.
Nu voor het eerst tegen een op papier gelijkwaardige tegenstander, Het Kasteel, een enthousiast team met wat (relatief) jonge talenten. het was prettig dat we met Morris en Tonnie twee degelijke invallers hadden. Van het exacte verloop van wedstrijd heb ik niet alles meegekregen, wel dat we er steeds een puntje bij kregen...
We stonden er al vrij snel goed voor, maar het duurde enige tijd voor het een gelopen race was.

Traditie, lees het slot

Morris opende de score. Met zwart kwamen, in een Slavische opening, razendsnel 10 zetten theorie op het bord.
Beiden kenden het blijkbaar goed, al zag het er voor mij tamelijk riskant uit allemaal. Eenmaal uit boek, bleek Morris de stelling toch wat beter te begrijpen. Er werden zwaktes gecreëerd op de koningsvleugel, wat eerst pionwinst opleverde. Daarna drongen de zwarte paarden diep in de witte stelling door, waar ze onaantastbaar bleken en de tegenstander snel tot overgave dwongen.

Niet lang daarna kon Gerard zijn eerste overwinning van het seizoen bijschrijven. Nooit onderschatten, de oude garde! Hij schrijft er zelf het volgende over: Met wit kwam ik goed uit de opening(Pirc).
Met een opmars van mijn e-pion verkreeg ik beslissend voordeel. Maar met een zwakke 19e zet gaf ik dat weer uit handen. Desondanks lukte het me om een zwarte toren te verschalken en daarmee de winst alsnog veilig te stellen.

Max speelde een wat minder spectaculaire partij dan we de laatste tijd gewend zijn. In zijn eigen woorden: Een leuke partij in een omgekeerde Alapin.
Ik had de hele partij een klein positioneel voordeeltje. Ik had iets meer ruimte, meer aanvallende mogelijkheden en mijn stukken stonden wat beter. Ik won uiteindelijk het loperpaar. In de tijdnood van mijn tegenstander offerde ik twee pionnen voor een mooie aanval. Hij had door een kwalitateit terug te offeren de stelling in balans kunnen brengen, maar liet dat na. Nu sloeg de aanval door en kon ik het met een mooie kleine combinatie afmaken.

Matthijs speelde tegen de “Radboud van Wijchen”, aldus Morris. Ik neem aan dat daarmee gedoeld werd op speelsterkte en voorliefde voor bier en andere versnaperingen. Zwart speelde een moderne opzet, maar voelde zich na h4 van wit gedwongen zijn eigen pion op h5 te zetten. Altijd lastig te beoordelen wie daar nu het meeste baat bij heeft. In elk geval had Matthijs wel een prettig ruimtevoordeel, wat nog meer tot uiting kwam nadat zwart zijn dame op f8 zette. Met de witte loper op g5 moet de zwarte koning zich op e8 benauwd hebben gevoeld.
Matthijs voelde dit ook goed een en besloot een pion te offeren om nog meer lijnen te openen. Daarna miste hij een toverzet, maar wist het toch mooi af te maken.

Voor de wedstrijd begon ontdekte Matthijs dat aan de zwarte dame op zijn bord, een stuk uit de kraag ontbrak, iets wat zijn timmermansoog natuurlijk niet kon verdragen.
Zijn oplossing was de dame om te ruilen met die aan het bord naast hem. Daardoor zat ik met een gemankeerde dame opgescheept.
Toen ik me hier lichtjes over beklaagde, scheepte Matthijs mij af met de woorden: “zorg maar dat je hem snel ruilt dan”. Er restte me weinig anders dan me te schikken in mijn lot. Gelukkig werkte mijn tegenstander mee en waren op zet 4 inderdaad beide dames van het bord verdwenen. Daarmee ontstond ook een stelling waarin ik me redelijk comfortabel voelde, en ook wat druk kon opbouwen. Dit had kunnen leiden tot pionwinst met groot voordeel, maar tot twee keer toe was ik te bang dat mijn loper dan op a2 ingesloten zou raken. Hoewel de engine de hele partij een voordeeltje voor zwart bleef zien, zag ik op den duur niet meer goed hoe ik kon winnen.
Mijn tegenstander had op zetherhaling kunnen aansturen, maar maakte op dat moment een enorme fout. Deze leverde me twee pionnen op, en toen hij even later gedwongen was een kwaliteit te geven, wierp hij de handdoek.

Toen ik klaar was, vroeg Jim me om te noteren, aangezien hij zelf weinig tijd meer had.
Tijdnood kon je het niet noemen, aangezien zijn tegenstander nog veel minder had. Op dat moment had hij al een gewonnen stelling bereikt, maar zolang de tegenstander niet opgeeft, geniet Jim van het melken. Daarvoor was het nog best lastig, aangezien zijn tegenstander besloten had om een kwaliteit te offeren voor aanval, en de zwarte paarden, pionnen en dame ogenschijnlijk dreigend naar de witte koning loerden.
Jim had het volgens mij echter wel allemaal onder controle en wikkelde via een stukoffer af naar een eindspel waarin de twee zwarte paarden niet waren opgewassen tegen een witte toren + vrijpion.

Van Tonnies partij heb ik alleen een mooie zwarte pion op c2 gezien. Gelukkig gaf hij zelf wat achtergrondinformatie: Ondanks de tegenvallende score eerder in het seizoen, werd ik toch nog een keer gevraagd om in te vallen in het eerste team. Ik speel op bord acht met de zwarte stukken. Mijn tegenstander is Kosse Stegman.
De avond ervoor heb ik in onze interne competitie een mat in zeven gevonden en mocht ik mijn tegenstander na een dubbel paardoffer mat zetten. Ik heb dus het gevoel dat ik wel in goede vorm ben.
Kosse en ik komen in de opening terecht in een soort van semi-tarrasch stelling. Mijn tegenstander heeft de mogelijkheid om mij een geïsoleerde pion in het centrum te geven, maar hij kiest in plaats daarvan voor het verder ontwikkelen van zijn stukken. Ik zie een kans om vrij snel al een paard in het centrum te parkeren. We hebben dan allebei nog geen rokade gespeeld, dus als de stelling nu openbreekt, is het meteen gevaarlijk. Het blijft echter beperkt met afruilen van stukken én we komen terecht in een heel andere pionnenstructuur als ik één van mijn pionnen doorschuif. Wit heeft o.a. pionnen op d4, e3 en f2. Zwart heeft o.a. pionnen op d5 en c4. De b-pionnen zijn verdwenen.
Strategisch gezien schat ik dan in dat ik iets beter sta. In deze partij gaat het namelijk om de lopers. Mijn lopers hebben een prachtige diagonaal gevonden om druk uit te oefenen op de stelling van wit. De lopers van wit daarentegen kijken alleen tegen de eigen pionnen en stukken aan.
Mijn tegenstander komt dus met het logische plan om dan maar wat lopers af te ruilen. En ik moet bedenken hoe ik dat kan voorkomen, omdat ik mijn voordeel wil behouden.
Ik neem op dit punt in de partij vrij lang de tijd om een plan te bedenken. Dit was echt zo'n moment dat je voor je gevoel maar even zit na te denken en dan kijk je op de klok en is er twintig minuten weg. Ik heb volgens het siliconen monster niet de beste zetten gevonden, maar gezien de voortzetting van de partij heb ik goed gekozen. Ik kies ervoor om de eerste loperruil af te slaan. Daarvoor krijgt wit wel veel druk op mijn centrum. De andere lopers worden wel geruild, omdat ik daarmee een pion kan winnen.
Ik sta dan een pion voor. Wit heeft de mogelijkheid om direct een pion terug te slaan en doet dat ook, maar ik heb een aantal zetten terug al ingeschat dat het misschien onverstandig is voor wit om dat te doen. Het geeft mij namelijk precies die ene tempo die ik nodig heb om mijn vrijpion door te schuiven naar c3. En als ik daarna mijn pion ook nog door kan schuiven naar c2, waar deze wordt beschermd door de loper waar ik zo mijn best voor heb gedaan, dan is het eigenlijk wel gedaan.
Mijn pion blijkt uiteindelijk voor wit niet tegen te houden zonder er een toren voor op te offeren. En met een toren voorsprong speel ik de partij uit.

De kers op de taart kwam van Robert. Die speelde, voor zover ik het heb kunnen volgen, een interessante partij met tegengestelde rokades waarbij hij met zijn aanval toch wel een stukje sneller was dan wit. Het lijkt erop dat hij het in de afwikkeling niet helemaal goed deed, maar gelukkig kan overtuigingskracht een boel helpen. De witte koning werd het hele bord over gestuurd, en eenmaal op d6 beland plantte Robert zijn toren met zoveel zelfvertrouwen op d7, dat zijn tegenstander dacht dat het mat was. En Robert de hand schudde. Hij had echter de zwarte pion op c5 kunnen slaan en was er dan waarschijnlijk uitgekomen. Nou ja. Je kunt niet met 8-0 winnen zonder een beetje geluk.

De oude Pallastraditie schrijft voor dat we na 8-0 door de McDrive gaan. Voor een paar vermoeide helden was dit echter teveel van het goede, en de rest vermaakte zich nog lang met gezellige Wijchenaren, die hun verlies sportief opnamen. Bovendien werden we op de terugweg geplaagd door mist. In een poging toch nog voor sluitingstijd bij de Mac aan te komen, leek het er even op dat Matthijs de geluidsbarrière probeerde te doorbreken door het afleggen van 5,8 km in 2 seconden. Dit was echter gezichtsbedrog; op de A1 sprong het hectometerpaaltje van 98,2 ineens naar 104, blijkbaar is er ergens 6 km snelweg in een zwart gat verdwenen. Gelukkig hebben we het overleefd, snel naar de volgende ronde !