KNSB: Pallas 1 zoekt spelersbusOp 14 december was het weer zover; in alle windrichtingen vertrokken welgemoed, maar bloeddorstig Deventer hakkers en positiespelers, op jacht naar willige of, leuker, onwillige slachtoffers, klaar om te verdelgen of te verstikken. Schaken is oorlog. Ook Pallas 1 is zo’n vechtmachine; “één voor allen, allen voor één”, “there’s no I in TEAM” en meer van dat soort teksten. En toch, er wringt iets. Een scheiding der geesten wil ik het niet noemen, we zijn ver van een schisma, maar voor wie oog heeft voor de eerste haarscheurtjes in een schijnbaar onneembare veste - en welke schaker heeft dat niet? - zijn de signalen onmiskenbaar. Zo’n zaterdag begint – nadat eenieder zich thuis heeft voorbereid – in de auto, herstel: in de auto’s. Voertuig Oost (daar waar de wijzen vandaan komen) vertrekt in de traditie van Deventer Boekenstad, vanaf de bibliotheek aan de Flora. In geanimeerd debat slijpen de inzittenden alvast de geest, straks hun strijdwapen immers. Nu de weg naar Barneveld voerde, alwaar de Puttense Schaakvereniging Door Diepte Omhoog voor zijn externe wedstrijden domicilie houdt, kwam het gesprek als vanzelf op de herkomst van het woord “stichtelijk” en een reusachtige opstal aldaar bleek aanleiding voor een internetonderzoek naar het waarom van de hoogte van graansilo’s. Leerzaam! Niets van dit alles in Voertuig Stad. Steevast en met volle mond deelt dit smaldeel van onze sterrenformatie via de groepsapp afbeeldingen van de vette loempia’s die aldaar worden genuttigd. Voor een ordentelijk en hygiënisch gesprek is dan geen ruimte. 9 van de 11 loempia's Maar toch… dit blijft niet goed gaan. In een goede schaker en in een goed gebalanceerd team huizen immers de practicus én de geleerde, het profane én het geestelijke, de behoefte aan een volle maag én een warm kloppend hart voor de schoonheid van een stikmat op f7. Van een integrale voorbereiding door een complementair team (vergeeft uw verslaggever dit taalgebruik: hij is nog niet zo lang met pensioen) kan geen sprake zijn als de weg, minstens zo belangrijk immers als de bestemming, gescheiden wordt afgelegd. Veel schaakpartijen worden gewonnen in de voorbereiding en de reis hoort daarbij. Voor de volgende ledenvergadering kondig ik daarom een motie aan: een oproep aan het bestuur om te investeren in de toekomst, dat wil zeggen in een spelersbus, uiteraard voorzien van kitchenette, een puike ventilatie en een encyclopedie in 26 delen. Door Diepte Omhoog. Na drie nederlagen op rij wilden we graag omhoog en de diepte van onze tegenstanders kon volgens teamleider Morris, gezien het vertoonde spel tijdens de recente bekerwedstrijd, nog wel een zetje gebruiken. Dat zetje hebben we hen gegeven. Jim was als eerste klaar. Zijn tegenstander heet Jeroen Van Winkoop en deze voelde zich dermate bekocht met zijn nederlaag, dat deze onmiddellijk de zaal verliet en een analyse er voor Jim niet in zat. Dat vond onze man wel lollig. Aan bord zes gaf Jim met zwart en vaste hand spelend, al snel zoveel druk, dat Van Winkoop een pion moest geven voor helemaal niets – en toen nog één, voor nog veel minder. Hij liet zich het eindspel niet meer bewijzen en spoedde zich naar buiten, waarschijnlijk om zich over te geven aan het plaatselijk Kerstgedruis, waarover later meer. Op bord zeven liet Matthijs met de witten zijn pionnen Gary en Harry quasi-vervaarlijk oprukken en beschikte aldus over een ruimtevoordeel en dito zwaktes in zijn achterland. Zwart rokeerde wijselijk lang, waarna Matthijs een fout maakte door pion Freddy niet óók op te laten stomen of het ding desnoods te offeren, maar veld f4 beleefd vrij te geven voor een vijandelijk paard. Het aldus ontstane zwarte voordeel was echter niet zo groot dat de tegenstander aanleiding zag om de remise te weigeren, een aanbod dat Matthijs, een kwartiertje achter in tijd met nog een minuut per zet over, had gedaan. Achteraf bleek Matthijs te maken te hebben met een zeer druk bezette parlementariër, die in de analyse van mening bleek dat hij door onze man de hand te schudden, hem zeer welwillend tegemoet was gekomen en een nieuw sociaal contract had gesloten. Mooi niet. Pim speelde met zwart aan bord vier tegen Ewoud ’t Jong (een paradoxale naam) en al vrij snel tegen een isolani op d4. Hij zette zijn stukken op de goede velden, bracht een paard naar f4 en beschikte even over het loperpaar. Wit plaatste zijn paard naar e5, de witveldige lopers gingen eraf op e2 en wit besloot met d4-d5 tot een massale stukkenruil. Pim zijn koning stond achter de paaltjes, hetgeen Ewoud de mogelijkheid gaf om zijn dame en toren en prise te zetten. Pim, ook niet gek, laat zich echter niet mat-in-één zetten, maar kwam wel in een eeuwig schaak terecht, waaruit ontsnapping op straffe van een ander soort eeuwigheid niet mogelijk was. Een bord verder was ook al een isolani op d4 te bewonderen, ditmaal in handen van Radboud, wiens opening met de witten op een mislukking leek uit te draaien. De zwarte stukken speelden heerlijk om de centrumboer heen en het duurde niet lang of Radboud moest een pion geven – en toen nog één, omdat hij er anders nog een mataanval op zijn dak had gekregen ook. Radboud is echter een taaie en er lagen zeker drie, maar waarschijnlijk vier pas verorberde loempia’s in zijn buikje te borrelen en zodoende beschikte hij over een overdosis aan vitaminen en veerkracht. Harry rukte op tot aan de zesde rij en ook rij zeven was voor Radbouds toren, hetgeen in ieder geval optisch voor zoveel dreiging zorgde dat zwart foutief afwikkelde naar een viertoreneindspel, dat, met nog één pion in de min, vrij snel potremise bleek. Als Radboud gewonnen heeft is zijn grijnslach niet van zijn tronie af te hameren en dit bleek bij een gestolen halfje ook het geval. Terecht en vet goed teruggekomen! Nederigheid maakt zich van uw verslaggever meester bij het naspelen van Max’ partij. De prijs voor moed, beleid en trouw gaat uit naar hem. Robin van Ee was de opponent en die werd er, na een ingewikkelde en schrijver dezes onbekende opening, toch wel hard afgezet. Max maakte met de zwarte stukken consequent gebruik van de uitgelokte verzwakkingen op de zwarte velden aan de witte koningszijde. Max liet toe dat zijn eigen koning na een wit loperschaak op h5 in het midden kwam en hij moest opletten dat hij geen ongewenst bezoek kreeg van een binnenvallende toren op f7. Op de damevleugel had wit de spanning er met c4-c5 voor de rest van de partij uitgehaald, dus het was Max die de lakens uitdeelde. Gary en Harry gingen lopen, open lijnen werden gecreëerd en via de zwarte diagonalen kreeg Max boeiende inkijkjes in de privévertrekken van de witte monarch. Na 25 zetten had hij het met een fraai schijnoffer van zijn dame sneller uit kunnen maken, waarna die arme man zou overlijden aan verlammingsverschijnselen in combinatie met ademnood. Max baalde dat hij dit gemist heeft en dat snappen we, maar hij moet gewoon trots zijn op een prima punt!! Ook René speelde een interessante partij. Met wit aan bord drie werd een opening- theoretisch duel van-heb-ik-jou-daar uitgevochten en pas op de 15e zet kwam zwart met een voor René nog onbekende zet, die echter in dit ondermaanse al een paar keer eerder is uitgeprobeerd. Met recht, want een zwakke zet was 15. … d5 niet, maar René wist wat hem te doen stond. Ook hier stormde Harry naar voren, liet zich ruilen op g6 en als uw verslaggever zich niet vergist ontstonden er aldus mogelijkheden voor even fraaie als thematische offerandes op het nabijgelegen e6. Helaas miste René deze kans totaal, waarbij evenwel te zijner verdediging opgemerkt dient te worden dat hij a. gereden had; b. zich het hoofd gepijnigd had over het waarom van de hoogte van graansilo’s; en c. géén loempia’s had gegeten. Als je dan vervolgens remise maakt in een minder dubbel toreneindspel zeg ik: RESPECT! Als ik in deze kolommen respect betuig aan onze eerste bordspeler en oppergod, het is te weinig: op niets minder dan onze niet aflatende bewondering kan hij een eeuwigdurend recht doen gelden. Het oogt allemaal zo makkelijk, maar moeilijk moet het zijn, want waarom lukt het ons, gewone stervelingen dan niet om zoals Morris deze zaterdag, met kleine zetjes, schijnbaar onschuldig, voordeeltje op voordeeltje te stapelen, waarvan zijn tegenstander zich eerst recht bewust wordt als het te laat is? Na acht zetten ruilde hij de dames, op zet twaalf volgde een stel torens en op nummer zestien gaf hij zijn loperpaar eraan, goed gezien hebbend dat wat druk over de d-lijn en een centrale koning hem in het komende eindspel een plusje zouden geven. Met zwart begon zijn tegenstander aan een pionnenopmars op de damevleugel en mogelijk was dat één verzwakking te veel; Morris’ koning en toren stelden zich achter de ontstane frontlinie op en plots kwam de zwarte toren in fatale moeilijkheden. Afgelopen, uit. Als schakers begrijpen wij heel goed dat Bas, een niet onverdienstelijk student in de theoretische wiskunde aan de universiteit van Utrecht, wel een beetje verlegen zit om een cognitieve uitdaging - en in zo af en toe een loempia of twee, drie, die naar verluidt in Huize Capel maar zeer zelden worden geserveerd. Waar kan je dan beter terecht dan bij Pallas? Hij staat er inmiddels te boek als een onverstoorbare cupfighter, cool & collected, en ook vandaag vocht hij, na een partij vol wisselende kansen, tot de laatste snik en in een leeggelopen speelzaal, met een knappe remise als resultaat. Na acht zetten was op bord acht de symmetrie nog intact, maar daarna ontspon zich een felle strijd om de zwarte pion op d4, waarvan het de vraag is of die sterk of zwak is… Bas, met een objectiviteit, een toekomstig wetenschapper waardig, analyseerde zijn partij: “gelijkwaardig, soms stond ik iets beter en dan hij, het ging heen en weer en eindigde in een verdiende remise van beide kanten…” Op de 45ste zet dwong Bas een herhaling van zetten af, gebruikmakend van een matdreiging op g2, een motief dat hij al na twaalf zetten in de stelling geweven had. Geen zeven, zoals uw verslaggever een vorige keer moest melden, maar nul nullen werden aan Pallas’ zijde aan het wedstrijdformulier toevertrouwd, drie volle punten en vijf halfjes, waarvan alleen die van Radboud via de gevarenzone tot stand kwam. Daarmee passeren wij Door Diepte Omhoog op de ranglijst. Voor wie hierin gerechtigheid wil zien, vermeld ik dat uitgerekend in het weekend van ons onvolprezen Deventer Dickens festijn, men in Barneveld een zwakke imitatie hiervan meende te moeten organiseren, hetgeen de goden verzoeken is als je weet dat je bezoek krijgt van acht getergde Deventer schakers. Barneveld
|