SOS: Pallas 1 breekt nog geen pottenNog niet gelukt.. Zelf kreeg ik vanuit de opening een goede stelling tegen Daniël Zevenhuizen, maar speelde niet helemaal doortastend genoeg om ook echt beslissend voordeel te krijgen. Naarmate de partij vorderde verdampte mijn voordeel op de klok en leek zwart zich te kunnen bevrijden. Een tricky zet die gepaard ging met een remiseaanbod zorgde ervoor dat ik eieren voor mijn geld koos. Op bord 3 viel Wouter in voor Jim, die niet fit genoeg was om te kunnen spelen. Hij en Robbie Manders besloten al snel tot dameruil in een verder erg ingewikkelde stelling. Of een van de twee ergens duidelijk voordeel heeft gehad zou ik niet durven zeggen. In het eindspel leek mij wit de beste kansen te hebben, maar op het allerlaatst heeft Wouter mogelijk een kans laten liggen. Ook remise dus. Frank werd één van de nachtbrakers. Hij speelde zijn (denk ik) beste partij voor Pallas tot nu toe en kreeg dan ook een prettig voordeel tegen Henk-Jan Janssen. Dit nam in de loop van de partij wel af, maar hij bleef een prettig initiatief houden. In wederzijdse tijdnood maakte hij een onnodige fout, waarna zijn tegenstander hem geen kans meer liet. Het afzien van Robert Capel duurde een stuk korter, maar was niet minder pijnlijk. In een stelling waarin hij tegen Ivar Heine ogenschijnlijk gemakkelijk materiaal had kunnen winnen, maakte hij een blunder die hem juist groot materiaal kostte. Hij kon gelijk opgeven en heeft naar verluidt dan ook relatief goed geslapen. Hetzelfde kan niet gezegd worden over Matthijs, al lag dit meer aan de mentale inspanning van de partij zelf dan aan het resultaat. Tegen Pepijn van Erg kreeg hij vanuit de opening een voor hem prettige stelling met duidelijke plannen, en had voor de verandering eens een duidelijke voorsprong op de klok. Een onverwacht pionoffer, wat ook niet bijzonder goed was maar wel gevaarlijk oogde, zorgde voor lichte paniek. Deze deed Matthijs ertoe besluiten om het remiseaanbod wat niet lang daarna kwam, te accepteren. Lang geen slecht resultaat, al scheen hij in de slotstelling toch nog wel een serieus voordeel te hebben gehad. Op bord 7 nog een slapeloze nacht. Robert van Andel speelde met zwart een scherpe partij op, waarbij hij een pion offerde en zijn koning en dame al snel min of meer van plek gewisseld waren. Hoewel wit ook het loperpaar had en er steeds meer stukken van het bord verdwenen, bleef Robert druk houden op de zwarte stelling. In een semi-eindspel met beiden een toren, ongelijke lopers en nog altijd een pion minder, kon hij zelfs het initiatief grijpen en na enkele onnauwkeurigheden van tegenstander Mathijs Broeren had hij de winst voor het grijpen. Laat op de avond sijpelde de concentratie echter een beetje weg, en liet hij zich in de luren leggen. Wit offerde slim zijn loper waardoor Roberts koning ver weg kwam te staan, terwijl de witte koning op pionnenjacht ging. Hier is waarschijnlijk nog een remisekans gemist, en uiteindelijk besliste een witte vrijpion. Onze nestor op bord 8 speelde met wit tegen Tsjisang Cheung, een tegenstander met een beduidend hogere rating. Gerard begon echter uitstekend, won in het Schots een pion en kwam in een toreneindspel terecht met een stelling, zie zo goed was dat hij er wat overmoedig van werd. Dit kostte zijn pluspion en winstkansen, en daarna ging het helaas van kwaad tot erger. Op dergelijke avonden kan een mens zich afvragen: “waarom stellen wij onszelf vrijwillig bloot aan deze mentale waanzin?” Zo leuk kan het toch niet zijn om uren achter een bord te zwoegen en dan in enkele momenten van de zevende hemel in de zevende cirkel van de hel te belanden. En daar ook nog eens de nachtrust door verpest te zien worden. Toch lukt het de meesten van ons om de volgende keer weer vrolijk achter het bord te verschijnen en het hele circus weer opnieuw te ondergaan. Sisyfus zou trots zijn, of grinnikend toekijken...
|