HOME aamenu ☰ MENU
Deventer,  21-03-24  auteur: Max van de Pavoordt

KNSB Beker: Wat waren we dichtbij

Zo dichtbij maar toch zo ver weg. Had het er in gezeten? Ja, maar ook nee, misschien? Uiteindelijk zijn 1,5 punt te weinig om door te stoten tot de finaledag van het Bekertoernooi.
Het is in ieder geval met opgeheven hoofd eruit. Tegen landskampioen Apeldoorn met het kleinst mogelijke verschil verliezen is natuurlijk alles behalve een schande. Maar toch knaagt het ergens.

Veel belangstelling voor de slotpartij

Morris zei op de terugweg vanuit Groningen, na de miraculeuze ontsnapping in de vorige ronde tegen LOS, dat het frustrerende van de beker is dat je toch weet dat je hem niet gaat winnen.
In Poule A is het de laatste jaren voor alle teams vooral een oefening om Apeldoorn zo lang mogelijk te ontwijken in de loting. Dat lukte nu dus tot de laatste 8 van Nederland.
Voor een derdeklasser al een prestatie op zich. Maar ja, dan staat die eindbaas uit het iets zuidelijker gelegen dorp toch op je te wachten.

Geen Bowser, maar wel met GM Thomas Beerdsen. Daarnaast verschenen Merijn van Delft en Freddie van der Elburg uit de auto van Marcel Boel. Een kwartet wat ‘kansrijker’ aanvoelde dan het team waar we vorig jaar tegen moesten aantreden en uiteindelijk vrij kansloos 3,5-0,5 van verloren.
Toen speelde IM Nico Zwirs mee. Freddie en Marcel zijn hele sterke clubschakers, maar 2250 is toch iets anders dan 2450.

Dat bewees Morris al vrij snel op bord 3. Ietsje lager dan normaal, maar je moet toch ergens die 2,5 punt verzamelen. Een paar weken geleden vertelde Morris dat hij hem inmiddels had afgezworen, in de catacomben vielen zelfs rare termen als het vleugelgambiet, maar toch verscheen de Alapin als wapen tegen de Siciliaan op het bord.
Morris en Freddie ruilden vrij snel de dames en er leek voor beide kleuren vrij weinig aan de hand. Niet gek natuurlijk in een partij tussen twee gelijkwaardige schakers.

Bij het snelschaken tot in de late uurtjes was er niet veel van te merken, maar onze Morris is stiekem best een handige japie. Een truc werd in de stelling gebouwd en opeens wist meneer een pionnetje te snoepen waarna de zwarte stelling als een kaartenhuis in elkaar zakte.
Morris had nog een mooie mat met een zwarte koning op f5 berekend, maar bij de eerste zet van die afwikkeling besloot Freddie dat het wel mooi was geweest. 1-0 en de hoop op een stunt was alive en kicking.

Ik mocht op het eerste bord het gaan proberen tegen Thomas. Op jongere leeftijd hebben we genoeg rapid en snelschaakpartijen tegen elkaar gespeeld, maar naar mijn weten is dit pas de eerste keer dat we elkaar in een lange partij treffen.
De hele beker speelde ik op 1 en tegen schakers met een rating tussen de 2100 en 2300 ging het best aardig met een score van 2 uit 3. Dat is echter andere koek dan een grootmeester. Achter het bord was daar verrassend genoeg lang niet heel veel van te merken.

Thomas baalde achteraf van zijn openingskeuze, wat ik wel begreep. Uit het Engels kreeg ik een type structuur wat leek op een omgekeerde Fransoos, maar dan met de klassieke slechte loper buiten de keten. En dat zijn nou net de structuren waar ik wel enige kaas van heb gegeten. Ik pakte een pionnetje en dacht op een gegeven moment na een actieve pionzet(b4) de overwinning zelfs te ruiken. In plaats van Pc4, waar ik op rekende, kwam Tc8 als een flinke verrassing en opeens was het verdedigen geblazen.
Na een kwaliteitsoffer, hield ik echter twee pionnen en een paard over voor een toren. Gezien de structuur was spelen op winst voor zwart wat onverantwoord en besloot Thomas een zetherhaling in te gaan. Tegen een mindere god had ik misschien wel doorgespeeld, maar tegen een grootmeester met ook nog eens 20 minuten minder op de klok leek me dat onverstandig. 1,5-0,5 en het wonder leek gezien de stand op de andere borden niet onmogelijk.

Of tenminste op één van de borden. Radboud had in de opening twee zetten omgedraaid, waardoor hij allemaal pionnen had op wit, maar geen zwartveldige loper meer om de gaten in zijn stelling onder controle te houden. Merijn van Delft nam zijn tijd, maar met overtuigend spel zette hij de partij naar zijn hand. 1,5-1,5 en alle druk op de schouders van René.

Marcel had op dat moment een mooi ruimtevoordeel, een betere schaker dan wij noemde de zwarte stelling zelfs afschuwelijk om te spelen. Maar het was wel het type stelling waar René weet wat er moet gebeuren en vaak weet te profiteren van de ver opgeschoven pionnen van de tegenstander.

Ergens was het natuurlijk ook een ondankbare taak. De druk voelen dat je opeens van iemand met een slordige 150 ratingpunten extra moet winnen. 1,5-1,5 met René nog bezig tegen Marcel Boel in een stelling waar alles nog mogelijk is, was een scenario waar we van tevoren natuurlijk zeker voor getekend hadden. René dacht in tijdnood een truc te hebben, maar moest met een volle toren een flinke prijs betalen. René ging in swindelmode maar Marcel hield het hoofd koel. 1,5-2,5

Had er nou echt meer in gezeten? Ja en nee. Tegen dit soort teams moet je een beetje geluk hebben en boven jezelf uitstijgen. Eigenlijk gebeurde het allebei en nog steeds was het niet voldoende, al had dat muntje bij René zomaar de andere kant op kunnen vallen. Wat overbleef was vooral een hele gezellige afsluiter met de mannen uit Apeldoorn die samen met ons de Schalm afsloten. Succes aan de Apeldoorners op de landelijke finaledag met Hemelvaart en lees vooral ook hun verslag waar alle partijen in na te spelen zijn: