De laatste 16 !In de vorige wedstrijd tegen Assen, waar ik mezelf vreselijk piepelde tegen Pieter Tromp, daar won Max van kopman Ivo Maris. Max speelde daarom ook op 1, maar trof daar weer Pieter Tromp aan. Assen was dus wat verzwakt, maar nog steeds een sterke tegenstander. Morris speelde tegen Geon Knol, René tegen Maarten Dijkstra en ik tegen Tycho Bruggink. Pieter lootte zwart op bord 1. Morris scoorde een belangrijk halfje Max speelde met dus met wit en speelde met een groot centrum. Ik denk dat zwart zijn damevleugel niet zo goed ontwikkelde en Max wist dat met o.a. een paard en een vreemd Td6 zo te houden. Zwart kreeg wel tegenspel. Max kreeg een dubbele c-pion, maar had veel meer ruimte. Dat was rond een uur of 10. Tegen die tijd stond Morris ook lekker. Met zwart meer ruimte door pionnen op c5 en e5. Makkelijke ontwikkeling van zijn stukken. Dat zag er wel goed uit. Geon speelde een heel vroeg h3 en dan speel je een beetje met wit zeg maar. René speelde tegen Maarten Dijkstra. Maarten is één van de weinige Assen spelers waar ik wel goede herinneringen aan heb. Vorig jaar zei René al tegen mij “Hij speelt de Pirc!” Dat beviel me toen wel en dat werd mijn leukste partij van het jaar. Ook nu speelde Maarten de Pirc en René koos een venijnig zij-variantje. Dat is toch wel het grootste nadeel van die Pirc. Al die variantjes die je toch wel een beetje moet kennen. René kende het beter of was handiger vlak na de opening. Hij won een kwaliteit tegen een pionnetje en was goed op weg dat uit te spelen. Ikzelf stond niet zo heel actief na de opening. Ik werd een beetje verrast door een zijvariantje in het Siciliaans met Dxd4, Dd3 en Dg3 van wit. Dat houdt de loper op f8. Ik was bang voor een zwartveldige loperzet gevolgd door lang met een witte aanval in aantocht. Mijn Db6 houdt de loper even op c1, maar ik was later niet helemaal overtuigd. Na veel gepriegel met paarden wist ik wat later de torens te ruilen en eindelijk wat actiever te worden. Het zal rond 11 zijn geweest dat Max een stuk won. Dat was voor mij een verrassing. Het was misschien ook wel niet nodig, maar in een moeilijke stelling maak je nou eenmaal eerder een foutje. “Virtueel” heb je dan al 2 punt. En in zo’n bekerwedstrijd met 4 borden is ieder halfje superbelangrijk. Mijn tegenstander werd daarom regelmatig verteld door te moeten spelen. Des te opvallender was het dat Teamleider Geon later zelf wel meteen remise aannam tegen Morris. Geon was een pion voorgekomen, maar Morris had wel wat van compensatie. Morris won de pion terug en bood, gezien de rest natuurlijk heel slim, remise aan. Aangenomen! Maar goed ook, want ik had mijn stelling verprutst. Ik kon eindelijk actief worden en iets proberen met mijn meerderheid op de koningsvleugel. Dat ging wel werken, maar ik werd iets te enthousiast of slordig en liep in een valletje met stukverlies. Nog wat gerommeld met twee verbonden vrijpionnen, maar het was en bleef verloren. René was met zijn kwaliteit meer wat aan het afruilen geslagen, achter de goede pionnen aan gegaan en het eindspel werd steeds makkelijker. Toen René zijn kwaliteit terug gaf zei de engine dat het mat in 251 was… Hele strakke partij van René! Max won ook. Het stukwinst werd omgezet in echte winst. Ik weet niet meer wie er het eerste klaar was van die twee, maar dat maakt ook niet zoveel uit. We zijn door naar de 4e ronde! We zitten nu bij de laatste 4 van de regio Noord-Oost. En bij de laatste 16 van Nederland. De volgende ronde zal weer zwaar worden, maar we gaan gewoon door!
|