Pallas 2 speelt thuis met 4-4 gelijk tegen ZZS! 1Onze manschappen doen op scorevolgorde en met verdeeld genoegen verslag van hun avondturen die, in de plus of in de min, een spannende schaakavond opleverde. Harm Mijn beoogde tegenstander, een invaller, bleek op het laatste moment door ziekte uitgevallen te zijn. (1-0) Gerard Ik kwam uitstekend uit de opening, het Loperspel, en kwam twee pionnen voor. Wel ontwikkelde mijn tegenstander tegenkansen. In een ingewikkeld middenspel lieten beide spelers steken vallen en zo hielden we elkaar in evenwicht. De schermutselingen mondden tenslotte uit in een gelijkstaand eindspel. Remise dus. (1½-½) Piet Tegen de ratingsterke invaller Emil Hoogterp deed wit gezonde openingszetten in een Russische riviervariant, maar vond in het vervolg niet de juiste opstelling tegen het gestadige zwarte drukspel op de damevleugel. Uiteindelijk mondde dat in stukverlies uit. (1½-1½) René Zonder af te willen doen aan de kwaliteiten van mijn tegenstander, een aardige kerel en leuke schaker, kan ik helaas weinig anders dan zeggen dat ik in mijn eigen fuik gezwommen ben. Met zwart kwam ik goed uit de opening, mede dankzij de enorme gaten die wit zich in zijn stelling meende te kunnen veroorloven. Mogelijk werd ik hierdoor te gretig, want in plaats van het opvoeren van de druk koos ik voor een afwikkeling die niet veel concreets opleverde, maar wel een schijnbare matdreiging opleverde. Meer dan schijnbaar was die dus niet, maar toen ik daar achter kwam was mijn stelling al naar de knoppen. (1½-2½) Johnny Ondanks een jetlag van jewelste had onze teamleider genoeg vertrouwen in mij om mij aan bord 3 in te laten vallen. Vanuit de opening, een Lb5-Siciliaan waar de witte loper op c2 terechtkwam, kon ik met zwart al snel een witte dubbelpion creëren op f2/f3 en daarmee een gat in mijn tegenstanders koningsstelling slaan. Dit kostte echter zoveel tijd dat ik mij al snel genoodzaakt zag een pion te offeren om mijn koning veilig te houden. Door zijn zwakke structuur hield ik gelukkig voldoende compensatie. Nadat mijn tegenstander in een iets betere stelling het verkeerde plan koos en vond dat het tijd was binnen 5 zetten het halve bord weg te geven, vond hij het welletjes. (2½-2½) Robbert Ik kwam okee uit de opening, echter daarna schatte ik rond zet 15 een afwikkeling verkeerd in, en kwam daar dus wat minder goed uit dan ik gedacht had. Daarna volgden nog dertig zetten in een erg ingewikkeld eindspel waarbij beide partijen twee torens en twee lopers hadden. We speelden het allebei niet helemaal perfect, maar uiteindelijk had ik geen antwoord meer op een combinatie van mat- en promotiedreigingen. (2½-3½) Eric Mijn nagenoeg gelijkgerate tegenstander, collega-teamleider Anthon Kluijfhout, opende verrassend met het Heinrichsen-Flankspel, in de schaakvolksmond ook bekend als de Van Geet, de Sleipner, de Dunst en de "Knight on the Left". Al gauw leidde die opzet tot een reguliere opening, gevolgd door een omvangrijke stukkenruil waarna beide partijen offensieve operatieplannen tot uitvoering brachten. Wit nam als eerste partij gas terug en zwart ging van de weeromstuit mee in vreedzaam temporiseren in plaats van de druk op de ketel te houden. Na dameruil slaagde zwart er weliswaar in een eindspel in te gaan met twee pionnen meer - een weinigzeggende dubbelpion en een vrijpion – maar de aanwezigheid van lopers van gelijke kleur maakt dat zwart, bij nauwkeurig spel van wit, net geen winststelling kon bereiken. (3-4) Martijn Zonder me te vergelijken met Karpov.... hahaha. Wat mij altijd intrigeerde in zijn spel was het wurgen van de tegenstander. Dat in het hoofd hebbende, melkte ik vanuit mijn huisvariant van de Stonewall attack de stand zo uit dat zowel de loper als de dame en koning van mijn tegenstander gevangen werden in een e7-f6-g5 'vesting'. Opgeven in verloren stand was blijkbaar niet aan de orde dus begon ik te vragen om 3 extra dames. Zelfs het hoorbaar neerzetten van die 3 stukken naast het bord hielp niet.... (4-4)
|